Jonge vrouw zoekt vermogende boer maar vangt uiteindelijke bot.
Hof Den Bosch 24 maart 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:970
De Casus
Een Nederlandse vrouw en een veertig jaar oudere en vermogende Belgische agrariër, vinden elkaar via een datingsite. De vrouw belooft de man samenwoning en een langdurig huwelijk en stelt hem daarbij kinderen in het vooruitzicht. De man en de vrouw gaan naar twee opvolgende notarissen om huwelijkse voorwaarden te laten opmaken met uitsluiting van elke gemeenschap maar met een finaal verrekenbeding, niet alleen na overlijden maar ook na echtscheiding. De vrouw lijkt daarbij steeds goed op de hoogte neemt steeds de leiding en het initiatief. De eerste notaris vertrouwd de intenties van de vrouw niet en weigert zijn ministerie te verlenen. De tweede notaris wordt op voorspraak van de vrouw verkeerd voorgelicht over beider vermogens. De man heeft ter zitting bij de rechtbank daarover onder meer verklaard:
“We hebben niets verteld over onze bezittingen bij de notaris. De vrouw zei: dat hoeft de notaris allemaal niet te weten wat wij hebben. Wat er niet staat, komt niet aan bod”
En: “De vrouw heeft gezegd: je moet zo weinig mogelijk zeggen over dat vermogen”
De vrouw heeft dat onvoldoende gemotiveerd betwist. Na het huwelijk wordt geen van de beloftes gestand gedaan. Vervolgens wordt door de vrouw een echtscheidingsverzoek ingediend en maakt de vrouw in het kader van de finale verrekening aanspraak op de helft van het aanzienlijke vermogen van de man, die op zijn 63-jarige leeftijd een heel agrarisch bedrijf had opgebouwd.
De uitspaak van het Gerechtshof
De vrouw krijgt uiteindelijk nul op het rekest. Beide notarissen en partijen worden als getuige gehoord. Deze verklaringen zijn integraal opgenomen in het arrest en zeer lezenswaardig. Op grond van onder andere die verklaringen neemt het gerechtshof aan dat:
“(i) op initiatief van de vrouw in de huwelijkse voorwaarden van partijen een finaal verrekenbeding is opgenomen en(ii) de vrouw, teneinde het ertoe te leiden dat in de huwelijkse voorwaarden een finaal verrekenbeding bij echtscheiding zou worden opgenomen, de man ertoe heeft bewogen om in te stemmen met een finaal verrekenbeding bij echtscheiding, daarbij gebruik makend van de belofte niet te gaan scheiden en samen kinderen te krijgen.”
Om vervolgens tot de volgende slotsom te komen:
“4.15.
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, is het hof van oordeel dat de vrouw van begin af aan de intentie heeft gehad om haar beloftes, gedaan ten tijde van de totstandkoming van de huwelijkse voorwaarden, niet na te komen of om aan haar tegen de man uitgesproken toekomstplannen enig gevolg te geven en de man met valse beloftes en voorwendselen heeft overgehaald om een finaal verrekenbeding bij echtscheiding overeen te komen. De toepassing van dit finaal verrekenbeding bij echtscheiding moet daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid worden geacht onaanvaardbaar te zijn.”
De huwelijkse voorwaarden zijn dus wel gewoon rechtsgeldig overeengekomen maar een beroep op het finale verrekenbeding na echtscheiding komt in strijd met de beperkende werking van de redelijk en billijkheid.
Wilt u meer weten over deze uitspraak of heeft u andere vragen, neem dat contact op met een van onze advocaten.
Mr. E.M. Rengelink